Waarom ook niet?
Ik zuchtte eens diep en keek om mij heen. Mijn blik bleef rusten op een man met een boek in een stoeltje verderop in de metro.
Met mijn lengte kon ik makkelijk over de overwegend kleine Portugese reizigers heen kijken. Ik staarde in de richting van de lezende man. Ik was niet met hem bezig, maar iets in zijn houding, beweging, energie – geef het een naam – raakte mij in mijn binnenste. Precies op dat moment wist ik het. Ik zag, ik voelde wat ik met mijn leven ga doen. Tranen welden op. Snel waren er genoeg om in volle kracht over mijn wangen te stromen. In die metro. Ik was net koud een uur op Portugese grond. Thuiskomen in mijn eigen lijf, in een vreemd land. Opluchting.
Voordat ik in de metro stapte, had ik een ‘waarom ook niet?’ moment. Die ochtend was ik achterlijk vroeg opgestaan, helemaal hyper en vol energie om aan het avontuur van mijn Camino Portugues te beginnen. Mijn slapend gezin liet ik achter, terwijl ik de deur zachtjes achter mij dicht deed. Met een rugzak vol 7 aan kilo hoogstnoodzakelijke spullen voor mijn wandeling in Portugal, liep ik door de miezerregen naar het treinstation van Culemborg. Ik rommelde wat met mijn telefoon; een dubbelcheck of de NS meewerkte op maandagochtend. Mijn telefoon gleed uit mijn handen. Bankpas en OV-chipkaart glipten uit het telefoonhoesje en schoven weg over de slecht verlichtte stoep. Waarom ook niet, Paula?
Ik zuchtte eens diep. Pakte mijn telefoon op, schoof de pasjes terug op hun plek en vervolgde mijn wandeling. De NS werkte mee en ik kwam ruim op tijd op Schiphol. Op zoek naar koffie vond ik de AH ToGo. ‘Met Bonuskaart is de koffie voor 09.00 uur een eurootje’, zei een mevrouw. Ai, die kaart heb ik niet, ook niet op een donker stoepje in Culemborg. ‘Hier, scan de mijne.’ Dat was attent! Waarom ook niet, Paula?
Ik zuchtte diep. Ik inhaleerde de koffiedamp, nam een slok van het levenselixer en liep naar mijn terminal. De koffie smaakte heerlijk dankzij dat aardige gebaar van die mevrouw. Het inchecken verliep soepel. Een lege stoel scheidde mij van mijn buurvrouw. Ik had bewust een stoel aan het gangpad gekozen. Daar kon ik mijn benen makkelijker strekken. ‘This is your captain speaking…’ We moesten nog even bij de gate blijven. Dat even werd een uur. Een uur in een stilstaand vliegtuig wachten, op een vlucht van net 2 uur. Waarom ook niet, Paula?
Mijn advies voor jou, als je ooit met mij op vliegvakantie wil: niet doen. Ik heb altijd vertraging. Soms heen, soms terug, soms allebei. Later dan gepland landde het vliegtuig in Porto. Mijn laatste maaltijd was om 05.00 die ochtend. Het was 13.00 toen ik mijn rugzak omsjorde en het vliegtuig verliet. Een proteïnereep, bedoeld als snack tijdens de wandeling van 280 km, had ik in de lucht opgegeten. Dat was niet genoeg om mijn bloedsuikerspiegel te stabiliseren. Gaar van de reis en overprikkeld van de spanning, de indrukken van de nieuwe omgeving en het schakelen naar een andere taal sloot ik aan bij de rij voor het metrokaartjesapparaat. De toeristen voor mij hannesten een beetje. Het duurde en duurde. Ik keek op het bord naast het apparaat; de instructies leken mij helder. Ik was aan de beurt. Als volleerde globetrotter (wil je de stempels in mijn paspoort zien?) drukte ik op de juiste knoppen. Oh nee, toch een ticket voor meerdere personen gekocht. Opnieuw. Dat ging goed. Alleen nog afrekenen. Dios mio, mijn pincode werd niet herkend. Ik twijfelde aan mijn verstand. Een 7 is gewoon een 7 in het Portugees, toch? Na de derde poging sloeg de paniek toe. Nee!!! Mijn pin doet het niet. Mijn adem schoot omhoog. Ik zag het al gebeuren dat mijn pas geblokkeerd werd, nog geen halve dag onderweg. Zonder geld 2 weken door Noord-Portugal zwerven. Waarom ook niet, Paula?
Ik zuchtte eens diep. Het kleingeld in mijn tas – in een helder ogenblik stopte ik dat gisteravond in een handig vakje – kocht ik mijn metrokaartje. Eerst maar naar de herberg. Mijzelf hergroeperen. De roltrap bracht mij naar het perron van de metro. In de buitenlucht nam ik een grote hap verse lucht, de vliegtuigdampen en uitlaatgassen daargelaten. Okee, okee, okee… alleen rust kon mij redden. Ik had wat contanten voor de eerste dagen. Dat was een minieme geruststelling. Er vormde een plan. Bij de uitstaphalte zou ik mijn bank bellen en vragen wat te doen. Dat gaf me een ritje van 20 minuten om mijzelf bij elkaar te rapen, mijn zorgen te parkeren en mijzelf te doen doordringen dat ik in het prachtige, zonnige Portugal was. Waarom ook niet, Paula?
Ik zuchtte eens diep. In die gemoedstoestand – een chaotische mengelmoes van overgave, een trots besef van op mijzelf aangewezen zijn, paniek, nieuwsgierigheid, mijzelf voor mijn kop willen slaan, willen omdraaien en naar huis gaan – stapte ik dus die metro in. Ik koos er voor om te blijven staan. Het wiegen van het metrostel en het monotone geluid van het glijden over de rails kalmeerden me. Ik pakte mijn telefoon, ik zocht alvast het telefoonnummer van mijn bank op. Automatisch tikten mijn vingers de ontgrendelingscode van mijn telefoon in…. ik kon mijzelf nu echt voor mijn kop slaan! Ik had mijn telefooncode gebruikt als pincode voor mijn betaalpas! Waarom ook niet, Paula?
Ik glimlachte. Alles komt goed. Ik zuchtte eens diep. Keek om mij heen en mijn blik bleef rusten op een man in een stoeltje verderop in de metro. Ja, iets in mijn houding, beweging, energie resoneerde met die man. Precies op dat moment wist ik het. Ik zag, ik voelde diep van binnen wat ik met mijn leven ga doen.
Waarom ook niet, Paula?
'I feel like I have a life inside me that needs to be lived and I am not living it.'
Matt Haig (2024), The Life Impossible
Wat volgt? Spannend.
Ja! Ik ben ook echt benieuwd! En lees met veel plezier jouw stukjes Paula 😊