20240223 Camino Portugues naar Caminha 1

Mijn eigen weg volgen

Wat wilde ik graag de Camino naar Santiago de Compostela bewandelen. Van het Spaanse plekje Irún, grenzend aan Frankrijk, in de uitlopers van de Pyreneeën via de noordkust van Spanje helemaal naar Santiago in Galicia, de westkant van Spanje. Ruim 800 kilometer wandelen met slechts een rugzak op mijn rug en mijn schoenen ondergebonden, los van thuis, los van verantwoordelijkheden en verplichtingen, behalve dan zorgen dat ik heel blijf. Dat leek mij een perfecte uitdaging op dit moment in mijn leven. Geen eigen onderneming meer, geen idee wat ik qua werk of zingeving met mijn leven wil doen, maar wel tijd en ruimte om dat te onderzoeken.

Camino Portugues

Door omstandigheden kon die reis vanaf Irún niet doorgaan, ik had geen tijd om vijf weken weg te gaan. Tijdens een kleine winterpauze op Texel ontmoette ik een Amerikaans echtpaar op vakantie in Nederland. Ze spraken enthousiast over de Camino en vertelden dat ze de Portugese route hadden afgelegd. In een krappe twee weken liepen ze van Porto naar Santiago, een stuk langs de kust en dan het binnenland in. Maar hier had ik wel tijd voor! En mijn liefde voor de kust, mijn hunkering naar zee en strand, kon vervuld worden. De Atlantische Oceaan wachtte op mij!

¡Vamos!

Ik had zo’n anderhalve week om te beslissen. Ik stelde vragen via Whatsapp aan het Amerikaanse stel, ik keerde de website van de Wandelvrouw binnenstebuiten, kreeg informatie van een vriendin, ging trainen met een volgepakte rugzak, en ik luisterde vooral goed naar mijn lichaam. Ik nam de beslissing. Ja, ik ga. Ticket geboekt, verdere spullen bij elkaar gezocht, nog eens met een andere rugzak gewandeld, regenkleding getest. Klaar voor vertrek.

Op pad

Met alle informatie had ik in Nederland mijn route van Porto naar Santiago uitgestippeld. Nog geen overnachtingen geboekt, maar een handige app met hostals op de Camino zou dat vraagstuk tackelen. Bij aankomst in Porto wijzigde mijn eerste wandeldag al. De eigenaar van de herberg suggereerde dat ik echt vanuit Porto moest starten en niet het eerste stukje met de bus de stad uit en dan pas de route van de Camino oppakken. Prima, de route liep langs de rivier de stad uit, prachtig om zo in de ochtend langs het water te lopen. De rivier mondde uit in de oceaan, mijn hart sprong open toen ik de golven hoorden bulderen. Wat een brute kracht! De komende dagen verliep mijn weg over paden van houten planken langs het strand, soms over boulevards van de aangrenzende dorpjes (jawel met van die prachtige tegels op de gevels) en dan weer ging het pad de duinen in. Ik was gelukkig, ontroerd, trots en was in mijn element.

Klein

Alleen op het pad. Met niemand om mij heen, behalve het handje tegenliggers die ik een ‘Bom dia’ wenste. De route was vrij simpel: rechtdoor het pad volgen. Daardoor kon ik dwalen in mijn gedachten, de kronkelende weggetjes en steegjes soms helder verlicht, soms schemerig. Af en toe moest ik wel stilstaan om de oceaan de aandacht te geven waar hij om vroeg. Dat geluid van de brekende golven in de branding kon ik niet negeren, het was gewoon daar! Zelfs ’s avonds in mijn bed in de herberg drong het geluid door de muren binnen. Mijn bestaan werd door het aanblik van dat grootse fenomeen gereduceerd tot een speldenprikje, en misschien nog wel kleiner. Ik voelde mij nederig en vereerd dat ik daar was.

Plannen omgooien

Zoals ik al schreef week ik de eerste dag al van mijn plan af. De tweede dag was dat niet anders, omdat ik al achter liep op het schema. Ik maakte daarom meer kilometers dan wenselijk was. En waarom? Omdat ik mij een doel had opgelegd: vandaag langer wandelen in het mooie weer, morgen korter wandelen in de voorspelde regenbuien. Ik had het naar mijn zin op het pad, maar ruim 40 kilometer op één dag was gewoon te veel voor mij. Na aankomst in de herberg nam ik een douche, ging ik – totaal gesloopt- op mijn bed liggen en kwam daar de volgende ochtend pas van af.

Ik houd van pauzes

Dat ik die 40 kilometer heb volgehouden, kwam vooral door mijn tactiek van veelvuldig pauze nemen. Anderhalf uur wandelen was wel de max van mijn kunnen, even een pauze met koffie en/of wat te eten en ik kon er weer tegen aan. Dit werkte, dit was mijn manier om mijn Camino af te leggen. Op dag vier liep ik met een Italiaan en een Spaanse mee. In hun tempo en in hun ritme. Het tempo was gelijk aan de mijne, maar het ritme van zo’n tweeënhalf tot drie uur wandelen en dan pas pauze was voor mij te uitputtend. Ook al was het heel gezellig, dit hield ik niet vol. Mijn achillespees gaf dit luid en duidelijk aan. Die avond in de herberg had ik voor de derde keer mijn route aangepast. Kortere etappes wandelen, zelfs een deel met de trein, dat zou meer rust geven. Na deze dag nam ik dan ook afscheid van mijn wandelmaatjes. Ik moest deze weg op mijn manier vervolgen wilde ik heelhuids aankomen.

Drukte op de Camino

Dus de dag erop, zat ik na een kwartier wandelen al aan mijn eerste koffie. Daar was ik aan toe. Even pauze. Haha. Weer in mijn eentje wandelen, op het pad van de pelgrims naar Santiago de Compostela. Inmiddels was ik de Portugees-Spaanse grens overgestoken, weg van de kust. Delen van de paden door het bos, vol heerlijk geurende eucalyptusbomen, waren zo glibberig en vol rotsen dat het niet moeilijk was om in het hier en nu te blijven. Stap voor stap vorderde ik gestaag, met de nodige pauze tussendoor. Op dit deel van de Camino kwam ik meer pelgrims tegen. Veel Spanjaarden uit het zuiden van het land maakten gebruik van hun vakantie om in vijf dagen van Tui naar Santiago te lopen, ruim 100 kilometer. Bij elke pauze, en dat zijn er in mijn geval redelijk wat, kwam er een groepje wandelaars de bar in of ging er net een pelgrim weer het pad op. Zo zwermden we als bijen door het landschap, dan weer de roze, gele en groene poncho’s van een achtkoppige Spaanse familie voorop, dan weer de blauwgrijze poncho’s van een duo Duitse meiden in de verte. En zo nog meer voortbewegende pelgrims, allen met één doel: het plein van de kathedraal in Santiago bereiken.

Drukte in mijn hoofd

Zo nu en dan liep ik een uurtje, anderhalf uur met iemand op. Beetje praten over de Camino, het leven thuis en wat dan ook. Tot er weer een pauzemoment voor mij aanbrak. Een mooi moment om de ander verder te laten gaan en voor mij alleen te genieten van de omgeving en mijzelf als gezelschap. De laatste paar dagen trok ik ’s avonds met wat wandelaars uit de herberg op, een drankje en een hapje in de barretje. Wat anders dan het wandelen. Ik had op die avonden amper tijd om stil te staan bij wat die dag op het pad was gebeurd. Door op social media een dagverslag te schrijven kon ik in ieder geval iets van mijn verwondering kwijt. Ik liep expres een paar dagen achter met het schrijven naar de wereld (of die paar volgers) om dingen te laten bezinken. Dit gaf mij speelruimte om andere dingen te doen en mij niet verplicht te voelen om de volgers te bedienen. Maar het niet schrijven zorgde ook voor onrust in mijn hoofd, sommige dingen waren te leuk, te bijzonder om niet te delen of vast te leggen. Ik had het met één van mijn wandelmaatjes over: ‘Zag je die grote haan, in dat hok, met al die kippen, in die steegjes, in dat dorpje na die grote stad?’ Hij had het niet gezien, hij was te druk met zich ergeren aan de regen. Daar verbaasde ik mij over, die regen was er al dagen. Daar kon niemand wat aan doen. Es lo que es. Geniet van wat er nog meer is.

Alles omgooien

Voor de vierde keer wijzigde ik mijn plan. Mijzelf vooruit jagen om in Santiago aan te komen was niet nodig, ik had tijd zat om de laatste etappe over twee, zelfs drie dagen uit te smeren. Dus met de voorspelde fikse regenbuien, mijn vermoeide lichaam en mijn aankomende menstruatie (wat momenteel veel fysieke klachten met zich meebrengt) nam ik mij het volgende voor: ongeveer 18 kilometer wandelen en dan de laatste dag de resterende 8 à 9 kilometer. Prima plan. Die laatste (of één na laatste) dag ging ik met betere regenuitrusting de herberg uit. Nog geen 5 minuten later liep ik langs een overdekte markt. Ik keek om het hoekje van de ingang en zag de gestapelde sinaasappelen, appels en ander fruit naar mij glimmen. Als ik ergens een zwak voor heb, dan is het wel de fruitkramen op dergelijke markten. Zal ik? Ja, nee, dan toch? Ik vroeg of ik een foto mocht maken van de kraam, ‘claro!’. Ik kocht fruit voor onderweg en ging dan echt op pad. De regen was niet fijn, maar tja, lopen zou ik. De Spaanse familie die ik al enkele dagen her en der op de Camino zag schuifelen, liep gelijk op met mij, met opa op kop. Zijn rustige tempo paste perfect bij mij. We beklommen enkele heuvels, ik in zijn kielzog. Ik kwam naast hem te lopen en we hadden een geanimeerd gesprek over zijn voormalig werk (groenteboer!), mijn afgesloten carrière als ondernemer in een bakkersbedrijf en wat niet meer. Na een tijdje nam ik pauze en daarmee afscheid van het opaatje.

Opwaarts en voorwaarts

De energie (en met name de berusting in de dingen die in het leven gebeuren) van deze man nam ik mee in mijn verdere wandeling die dag. Toen ik op de wegbewijzering zag dat er nog negen kilometer restte tot Santiago de Compostela maakte ik de balans op, al wandelend. Doorgaan of hostal opzoeken. Negen kilometer, wat is dat nou? Ietsje verder dan mijn standaard ‘lang rondje door uiterwaarden en langs rivier’. Okee, niet te vergelijken met de glibberige heuvels van Galicia. Dan de check: regen? het was nu droog. Lichaam? Tja, die knieën, die achillespees… Menstruatie? nog geen last van. Ik voelde mij mentaal supergoed, ook al waren er fysieke pijntjes. Ik huppelde verder over het pad, in mijn beleving als een hinde door het open veld in de ochtenddauw, maar zo zal het er vast niet uitgezien hebben.

De stad in zicht

Met nog vijf kilometer tot de kathedraal zag ik vanaf een helling Santiago de Compostela aan de andere kant van het dal liggen. Het was weer droog. Die laatste vijf kilometer kon het mij niet schelen of ik kletsnat zou worden van de zoveelste hoosbui. Liever zonder al die regenkleding het allerlaatste stuk afleggen. Poncho, regenbroek, regenjas werden opgeborgen en wat een gevoel van vrijheid dat mij gaf! Wow. Nu was ik echt lichtvoetig als een hinde op pad. De natuur werd opgeslokt door de buitenwijken van de stad. De gele pijlen wezen mij de weg naar de kathedraal, naar het plein. Ik wurmde mij door de stroom winkelende mensen. Een surreëel beeld, ik die elf dagen geleden aan deze pelgrimstocht begon, met een minimum aan luxe tussen al die mensen die met heel andere dingen bezig waren. Was dit wel echt? En toen liep ik opeens het plein op. Ik heb het gedaan! 260 kilometer afgelegd, grotendeels in mijn eentje.

Alleen is niet alleen

Hoewel ik in het begin van de Camino mij heel bewust was van het feit dat ik alleen was (nooit eenzaam overigens, ook al miste ik wel het praten met iemand in mijn eigen taal), dat ik echt die Camino ging lopen, zonder dat ik afhankelijk was of verantwoordelijk was voor wie dan ook, behalve mijzelf, voelde ik mij enorm gedragen en gesteund door mensen thuis die mij volgden en door de mensen die ik onderweg ontmoette. Gesprekken zoals met het opaatje, de gekkigheid tijdens de avonden met de jongens uit Andalusië maakten mijn Camino toch een gezamenlijke inspanning.

En, Paula, wat heb je er van geleerd?

Het is nog redelijk vers, mijn wandeltocht van Porto naar Santiago de Compostela, nog niet alles is ingedaald en ik heb zeker te weten geen goddelijke interventie ondervonden, maar als ik vanaf een afstandje kijk (hoever is het van Culemborg naar Santiago 😉 ), zijn er wel wat levenslessen die ik kan filteren uit deze reis. Ik moet beamen dat veel van het onderstaande ook in het dagelijks leven in Nederland mij onder mijn neus is gehouden, maar zo met de fysieke afstand in een geheel andere omgeving, zonder ruis, komt alles net even anders binnen.

  • Plannen maken is leuk, maar plannen wijzigen al naar gelang de omstandigheden daar om vragen vraagt flexibiliteit, durf en een open houding naar het onbekende. Dat omarmen is het belangrijkste wat ik heb gedaan.
  • Luisteren naar mijn lichaam blijft een grote uitdaging, ook al heb ik op deze reis daarin stappen gemaakt. Doorzetten is niet altijd helpend. Pas op de plaats kan juist ruimte en rust geven.
  • Mijn eigen weg volgen, ook al bedoelen anderen het goed, hun pad is niet noodzakelijkerwijs voor mij geschikt. Dit goed voor ogen houden, altijd even bij mijzelf nagaan: past dit? Ik ben geneigd om mijzelf aan te passen aan mijn omgeving en daarmee mijn eigen wensen en grenzen naast mij neer te leggen.
  • Verwondering over de kleine dingen in het leven blijft een groot goed.
  • Vertrouwen op mijzelf, mijn vaardigheden en ervaringen, vertrouwen in het universum. Elke keer als ik twijfelde ‘Klopt dit gekke steegje wel, moet ik deze steile heuvel op, is dit dé route?’ en dacht dat ik nu toch echt verdwaald was, zag ik ergens op een stoeprand, lantaarnpaal of een boomstronk een gele pijl. Vertrouwen en geduld.

Weet ik nu wat ik met de rest van mijn leven wil doen, wat werk en zingeving betreft? Nee joh, ben je mal. Ik weet wel waar ik enorm blij van word en waar ik op leegloop. En dat is al heel wat.

Stap voor stap ga ik verder. Ultreia!

PS mijn Instagram-account heet @op.pad.met.paula, met tagline: Onze paden kruizen elkaar. Loop je een stukje mee? Dat is precies waar het mij om draait. Stukjes voor korte of langere tijd met elkaar optrekken, om elkaar daarna los te laten, of weer te ontmoeten.

4 reacties

  1. Veerle op 10 maart 2024 om 20:53

    Mooi dat jouw pad dankzij Instagram mijn pad kruist. Dank voor een stukje meeleven/lezen van deze bijzondere tocht!
    Ik onderzoek momenteel wat mijn mogelijkheden zijn m.b.t. een deel van de Camino lopen en dit voor verhalen, van een mede-Culemborgse, helpen me enorm!

    • PaulaO op 21 maart 2024 om 14:54

      Hoi Veerle,
      Ik zie deze reactie nu pas. Mocht je nog vragen hebben, dan kan je mij altijd via Instagram een DM sturen. Groetjes, Paula

  2. Maartje op 10 maart 2024 om 20:55

    Wat schrijf je toch mooi Paula. Altijd een plezier om te lezen!

  3. Anna op 11 maart 2024 om 20:54

    Ik zag net in een filmpje iemand over dit boek vertellen en moest doen denken aan dit blog artikel dat ik vandaag van je had gelezen. Het is zo te zien alleen in het Frans beschikbaar en misschien past het wel helemaal niet bij je. Ik vind het er geweldig uit zien, dus moest het toch even delen! PARTIR
    Sur les chemins de Compostelle https://lilisohn.com/publications/

Laat een reactie achter